Informatie over het woord flodderen (Nederlands → Esperanto: vadi)

Synoniemen: plassen, waden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈflɔdərə(n)/
Afbrekingflod·de·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) flodder(ik) flodderde
(jij) floddert(jij) flodderde
(hij) floddert(hij) flodderde
(wij) flodderen(wij) flodderden
(jullie) flodderen(jullie) flodderden
(gij) floddert(gij) flodderdet
(zij) flodderen(zij) flodderden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) floddere(dat ik) flodderde
(dat jij) floddere(dat jij) flodderde
(dat hij) floddere(dat hij) flodderde
(dat wij) flodderen(dat wij) flodderden
(dat jullie) flodderen(dat jullie) flodderden
(dat gij) flodderet(dat gij) flodderdet
(dat zij) flodderen(dat zij) flodderden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
flodderfloddert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
flodderend, flodderende(hebben/zijn) geflodderd

Vertalingen

Catalaanstravessar per un gual
Duitswaten
Engelswade
Esperantovadi
Faeröersvaða
Fransmarcher dans l’eau; patauger
Latijnvadare
Portugeeschafurdar; patinhar; vadear
Russischпереходить б брод
Saterfrieswaadje
Spaansvadear
Tsjechischbrodit se
Zweedsvada