Informatie over het woord zalven (Nederlands → Esperanto: unkti)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zalf(ik) zalfde
(jij) zalft(jij) zalfde
(hij) zalft(hij) zalfde
(wij) zalven(wij) zalfden
(jullie) zalven(jullie) zalfden
(gij) zalft(gij) zalfdet
(zij) zalven(zij) zalfden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) zalve(dat ik) zalfde
(dat jij) zalve(dat jij) zalfde
(dat hij) zalve(dat hij) zalfde
(dat wij) zalven(dat wij) zalfden
(dat jullie) zalven(dat jullie) zalfden
(dat gij) zalvet(dat gij) zalfdet
(dat zij) zalven(dat zij) zalfden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zalfzalft
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
zalvend, zalvende(hebben) gezalfde

Vertalingen

Engelsanoint
Esperantounkti
Portugeesungir