Informatie over het woord tatoeëren (Nederlands → Esperanto: tatui)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/tatuˈerə(n)/
Afbrekingta·toe·e·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) tatoeëer(ik) tatoeëerde
(jij) tatoeëert(jij) tatoeëerde
(hij) tatoeëert(hij) tatoeëerde
(wij) tatoeëren(wij) tatoeëerden
(jullie) tatoeëren(jullie) tatoeëerden
(gij) tatoeëert(gij) tatoeëerdet
(zij) tatoeëren(zij) tatoeëerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) tatoeëre(dat ik) tatoeëerde
(dat jij) tatoeëre(dat jij) tatoeëerde
(dat hij) tatoeëre(dat hij) tatoeëerde
(dat wij) tatoeëren(dat wij) tatoeëerden
(dat jullie) tatoeëren(dat jullie) tatoeëerden
(dat gij) tatoeëret(dat gij) tatoeëerdet
(dat zij) tatoeëren(dat zij) tatoeëerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
tatoeëertatoeëert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
tatoeërend, tatoeërende(hebben) getatoeëerd

Voorbeelden van gebruik

In het midden van de cirkel waar het horloge had gezeten, was een rood teken getatoeëerd.
Sandy nam een oude, van top tot teen getatoeëerde inlander bij de arm en trok hem mee naar Biggles.
Want ik dacht eerst dat ze misschien Amy heette en haar naam had laten tatoeëren, maar toen zei Fedor—

Vertalingen

Duitstätowieren
Engelstattoo
Esperantotatui
Papiamentstatuá
Spaanstatuar
Tsjechischtetovat