Informatie over het woord recycleren (Nederlands → Esperanto: reuzi)

Synoniemen: hergebruiken, recyclen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/resiˈklerə(n)/
Afbrekingre·cy·cle·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) recycleer(ik) recycleerde
(jij) recycleert(jij) recycleerde
(hij) recycleert(hij) recycleerde
(wij) recycleren(wij) recycleerden
(jullie) recycleren(jullie) recycleerden
(gij) recycleert(gij) recycleerdet
(zij) recycleren(zij) recycleerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) recyclere(dat ik) recycleerde
(dat jij) recyclere(dat jij) recycleerde
(dat hij) recyclere(dat hij) recycleerde
(dat wij) recycleren(dat wij) recycleerden
(dat jullie) recycleren(dat jullie) recycleerden
(dat gij) recycleret(dat gij) recycleerdet
(dat zij) recycleren(dat zij) recycleerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
recycleerrecycleert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
recyclerend, recyclerende(hebben) gerecycleerd

Vertalingen

Engelsrecycle
Esperantoreuzi
Nederduitsrecyclen
Portugeesusar de novo