Informatie over het woord polemiseren (Nederlands → Esperanto: polemiki)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/polemiˈzerə(n)/
Afbrekingpo·le·mi·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) polemiseer(ik) polemiseerde
(jij) polemiseert(jij) polemiseerde
(hij) polemiseert(hij) polemiseerde
(wij) polemiseren(wij) polemiseerden
(jullie) polemiseren(jullie) polemiseerden
(gij) polemiseert(gij) polemiseerdet
(zij) polemiseren(zij) polemiseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) polemisere(dat ik) polemiseerde
(dat jij) polemisere(dat jij) polemiseerde
(dat hij) polemisere(dat hij) polemiseerde
(dat wij) polemiseren(dat wij) polemiseerden
(dat jullie) polemiseren(dat jullie) polemiseerden
(dat gij) polemiseret(dat gij) polemiseerdet
(dat zij) polemiseren(dat zij) polemiseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
polemiseerpolemiseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
polemiserend, polemiserende(hebben) gepolemiseerd

Vertalingen

Duitspolemisieren
Engelsengage in a controversy
Esperantopolemiki
Portugeespolemizar
Russischбороться
Saterfriespolemisierje