Informatie over het woord grienen (Nederlands → Esperanto: ploreti)

Synoniemen: simmen, simpen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɣrinə(n)/
Afbrekinggrie·nen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) grien(ik) griende
(jij) grient(jij) griende
(hij) grient(hij) griende
(wij) grienen(wij) grienden
(jullie) grienen(jullie) grienden
(gij) grient(gij) griendet
(zij) grienen(zij) grienden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) griene(dat ik) griende
(dat jij) griene(dat jij) griende
(dat hij) griene(dat hij) griende
(dat wij) grienen(dat wij) grienden
(dat jullie) grienen(dat jullie) grienden
(dat gij) grienet(dat gij) griendet
(dat zij) grienen(dat zij) grienden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
griengrient
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
grienend, grienende(hebben) gegriend

Vertalingen

Duitswimmern
Engelswhimper
Esperantoploreti