Informatie over het woord kavelen (Nederlands → Esperanto: parceligi)

Synoniem: verkavelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkavələ(n)/
Afbrekingka·ve·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kavel(ik) kavelde
(jij) kavelt(jij) kavelde
(hij) kavelt(hij) kavelde
(wij) kavelen(wij) kavelden
(jullie) kavelen(jullie) kavelden
(gij) kavelt(gij) kaveldet
(zij) kavelen(zij) kavelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) kavele(dat ik) kavelde
(dat jij) kavele(dat jij) kavelde
(dat hij) kavele(dat hij) kavelde
(dat wij) kavelen(dat wij) kavelden
(dat jullie) kavelen(dat jullie) kavelden
(dat gij) kavelet(dat gij) kaveldet
(dat zij) kavelen(dat zij) kavelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kavelkavelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
kavelend, kavelende(hebben) gekaveld

Vertalingen

Engelsparcel out
Esperantoparceligi