Informatie over het woord benevelen (Nederlands → Esperanto: nebuligi)

Synoniem: verdoezelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈnevələ(n)/
Afbrekingbe·ne·ve·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) benevel(ik) benevelde
(jij) benevelt(jij) benevelde
(hij) benevelt(hij) benevelde
(wij) benevelen(wij) benevelden
(jullie) benevelen(jullie) benevelden
(gij) benevelt(gij) beneveldet
(zij) benevelen(zij) benevelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) benevele(dat ik) benevelde
(dat jij) benevele(dat jij) benevelde
(dat hij) benevele(dat hij) benevelde
(dat wij) benevelen(dat wij) benevelden
(dat jullie) benevelen(dat jullie) benevelden
(dat gij) benevelet(dat gij) beneveldet
(dat zij) benevelen(dat zij) benevelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
benevelbenevelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
benevelend, benevelende(hebben) beneveld

Voorbeelden van gebruik

Sissend stroomde het voedsel uit de overkokende pannen en zwarte walmen benevelden het uitzicht.

Vertalingen

Engelsbefog; cloud; dim; bemuse
Esperantonebuligi
Fransbrouiller; rendre confus; rendre trouble