Informatie over het woord marineren (Nederlands → Esperanto: marini)

Synoniem: inleggen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/mariˈneːrə(n)/
Afbrekingma·ri·ne·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) marineer(ik) marineerde
(jij) marineert(jij) marineerde
(hij) marineert(hij) marineerde
(wij) marineren(wij) marineerden
(jullie) marineren(jullie) marineerden
(gij) marineert(gij) marineerdet
(zij) marineren(zij) marineerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) marinere(dat ik) marineerde
(dat jij) marinere(dat jij) marineerde
(dat hij) marinere(dat hij) marineerde
(dat wij) marineren(dat wij) marineerden
(dat jullie) marineren(dat jullie) marineerden
(dat gij) marineret(dat gij) marineerdet
(dat zij) marineren(dat zij) marineerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
marineermarineert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
marinerend, marinerende(hebben) gemarineerd

Vertalingen

Duitsmarinieren
Engelsmarinade
Esperantomarini
Spaansecabechar; marinar