Synoniem: lichten
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /liminɛˈserə(n)/ |
Afbreking | lu·mi·nes·ce·ren |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(hij) luminesceert | (hij) luminesceerde |
(zij) luminesceren | (zij) luminesceerden |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat hij) luminescere | (dat hij) luminesceerde |
(dat zij) luminesceren | (dat zij) luminesceerden |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
luminescerend, luminescerende | (hebben) geluminesceerd |
Engels | be luminescent |
---|---|
Esperanto | lumineski |