Informatie over het woord omleggen (Nederlands → Esperanto: komuti)

Synoniemen: omschakelen, overschakelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔmlɛɣə(n)/
Afbrekingom·leg·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) leg om(ik) legde om
(jij) legt om(jij) legde om
(hij) legt om(hij) legde om
(wij) leggen om(wij) legden om
(jullie) leggen om(jullie) legden om
(gij) legt om(gij) legdet om
(zij) leggen om(zij) legden om
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) omlegge(dat ik) omlegde
(dat jij) omlegge(dat jij) omlegde
(dat hij) omlegge(dat hij) omlegde
(dat wij) omleggen(dat wij) omlegden
(dat jullie) omleggen(dat jullie) omlegden
(dat gij) omlegget(dat gij) omlegdet
(dat zij) omleggen(dat zij) omlegden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
leg omlegt om
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
omleggend, omleggende(hebben) omgelegd

Vertalingen

Catalaanscanviar de via; commutar
Duitsumschalten; umschnallen
Engelscommute; switch; shunt; commutate
Esperantokomuti
Fransaiguiller; commuter
Saterfriesuumschaltje; uumskaltje
Spaansconmutar; desviar