Informatie over het woord collectiveren (Nederlands → Esperanto: kolektivigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/kɔlɛktiˈverə(n)/
Afbrekingcol·lec·ti·ve·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) collectiveer(ik) collectiveerde
(jij) collectiveert(jij) collectiveerde
(hij) collectiveert(hij) collectiveerde
(wij) collectiveren(wij) collectiveerden
(jullie) collectiveren(jullie) collectiveerden
(gij) collectiveert(gij) collectiveerdet
(zij) collectiveren(zij) collectiveerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) collectivere(dat ik) collectiveerde
(dat jij) collectivere(dat jij) collectiveerde
(dat hij) collectivere(dat hij) collectiveerde
(dat wij) collectiveren(dat wij) collectiveerden
(dat jullie) collectiveren(dat jullie) collectiveerden
(dat gij) collectiveret(dat gij) collectiveerdet
(dat zij) collectiveren(dat zij) collectiveerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
collectiveercollectiveert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
collectiverend, collectiverende(hebben) gecollectiveerd

Vertalingen

Duitskollektivieren
Engelscollectivize
Esperantokolektivigi