Informatie over het woord aanhouden (Nederlands → Esperanto: haltigi)

Synoniemen: keren, staande houden, stilleggen, stilzetten, stoppen, stuiten, tegenhouden, tot staan brengen, tot stand brengen, tot stilstand brengen, doen stoppen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈanɦɑu̯də(n)/
Afbrekingaan·hou·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) hou aan, houd aan(ik) hield aan
(jij) houdt aan(jij) hield aan
(hij) houdt aan(hij) hield aan
(wij) houden aan(wij) hielden aan
(jullie) houden aan(jullie) hielden aan
(gij) houdt aan(gij) hieldt aan
(zij) houden aan(zij) hielden aan
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) aanhoude(dat ik) aanhielde
(dat jij) aanhoude(dat jij) aanhielde
(dat hij) aanhoude(dat hij) aanhielde
(dat wij) aanhouden(dat wij) aanhielden
(dat jullie) aanhouden(dat jullie) aanhielden
(dat gij) aanhoudet(dat gij) aanhieldet
(dat zij) aanhouden(dat zij) aanhielden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
hou aan, houd aanhoudt aan
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
aanhoudend, aanhoudende(hebben) aangehouden

Voorbeelden van gebruik

Russische marineschepen hielden eind september Oekraïense schepen aan die via de Straat van Kerc naar de Zee van Azov wilden varen.
Biggles hield een taxi aan en ging terug naar zijn kantoor in Scotland Yard.

Vertalingen

Afrikaansstuit
Deensstoppe
Duitsanhalten; sperren; zum Stehen bringen; aufhalten
Engelsarrest; hold; stop
Esperantohaltigi
Italiaansfermare
Nederduitsstoppen
Papiamentsstòp
Poolszatrzymać
Portugeesfazer parar; reprimir
Saterfriesanhoolde; brämsje; speere
Spaansparar
Westerlauwers Friestsjinhâlde