Synoniemen: afgaan, heengaan, opdonderen, opflikkeren, ophoepelen, opkrassen, opsodemieteren, ervandoor gaan, vertrekken, weggaan, opstappen
Woordsoort | wederkerend werkwoord |
---|
Hij verwijderde zich langzaam van het altaar en merkte toen op dat er drie tunnels aan de achterkant van het gewelf waren.
Heer Ollie hoorde dat de voetstappen van de onbekende zich verwijderden.