Informatie over het woord bekostigen (Nederlands → Esperanto: financi)

Synoniem: financieren

Woordsoortpersoonlijk voornaamwoord
Uitspraak/bəˈkɔstəɣə(n)/
Afbrekingbe·kos·ti·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bekostig(ik) bekostigde
(jij) bekostigt(jij) bekostigde
(hij) bekostigt(hij) bekostigde
(wij) bekostigen(wij) bekostigden
(jullie) bekostigen(jullie) bekostigden
(gij) bekostigt(gij) bekostigdet
(zij) bekostigen(zij) bekostigden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bekostige(dat ik) bekostigde
(dat jij) bekostige(dat jij) bekostigde
(dat hij) bekostige(dat hij) bekostigde
(dat wij) bekostigen(dat wij) bekostigden
(dat jullie) bekostigen(dat jullie) bekostigden
(dat gij) bekostiget(dat gij) bekostigdet
(dat zij) bekostigen(dat zij) bekostigden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bekostigbekostigt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bekostigend, bekostigende(hebben) bekostigd

Voorbeelden van gebruik

Het tijdschrift wordt deels bekostigd uit advertentie‐inkomsten.
Op achttienjarige leeftijd moest hij zich terugtrekken omdat zijn ouders zijn studie en levensonderhoud niet langer konden bekostigen en werd hij leerling‐apotheker.

Vertalingen

Afrikaansfinansier
Duitsfinanzieren
Engelsfinance; fund; bankroll
Esperantofinanci; pagi la kostojn de
Portugeesfinanciar
Roemeensfinanța
Westerlauwers Friesfinansierje