Informatie over het woord verpachten (Nederlands → Esperanto: farmigi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verpacht(ik) verpachtte
(jij) verpacht(jij) verpachtte
(hij) verpacht(hij) verpachtte
(wij) verpachten(wij) verpachtten
(jullie) verpachten(jullie) verpachtten
(gij) verpacht(gij) verpachttet
(zij) verpachten(zij) verpachtten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verpachte(dat ik) verpachtte
(dat jij) verpachte(dat jij) verpachtte
(dat hij) verpachte(dat hij) verpachtte
(dat wij) verpachten(dat wij) verpachtten
(dat jullie) verpachten(dat jullie) verpachtten
(dat gij) verpachtet(dat gij) verpachttet
(dat zij) verpachten(dat zij) verpachtten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verpachtverpacht
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verpachtend, verpachtende(hebben) verpacht

Vertalingen

Duitsverpachten; in Pacht geben
Engelsfarm out
Esperantofarmigi; farmdoni
Russischсдавать в аренду
Westerlauwers Friesferpachtsje
Zweedsförpakta