Informatie over het woord fagot (Nederlands → Esperanto: fagoto)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/faˈɣɔt/
Afbrekingfa·got
Geslachtmanlijk
Meervoudfagotten

Voorbeelden van gebruik

En wat heeft de heer Raemakers in vredesnaam met zijn fagot uitgevoerd?

Vertalingen

Catalaansfagot
DuitsFagott
Engelsbassoon
Esperantofagoto
Finsfagotti
Fransbasson
Portugeesfagote
Spaansfagot
Tsjechischfagot