Informatie over het woord archiveren (Nederlands → Esperanto: enarĥivigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɑrxiˈveːrə(n)/
Afbrekingar·chi·ve·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) archiveer(ik) archiveerde
(jij) archiveert(jij) archiveerde
(hij) archiveert(hij) archiveerde
(wij) archiveren(wij) archiveerden
(jullie) archiveren(jullie) archiveerden
(gij) archiveert(gij) archiveerdet
(zij) archiveren(zij) archiveerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) archivere(dat ik) archiveerde
(dat jij) archivere(dat jij) archiveerde
(dat hij) archivere(dat hij) archiveerde
(dat wij) archiveren(dat wij) archiveerden
(dat jullie) archiveren(dat jullie) archiveerden
(dat gij) archiveret(dat gij) archiveerdet
(dat zij) archiveren(dat zij) archiveerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
archiveerarchiveert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
archiverend, archiverende(hebben) gearchiveerd

Vertalingen

Engelsarchive
Esperantoenarĥivigi; enarkivigi