Informatie over het woord klaarspelen (Nederlands → Esperanto: elfini)

Synoniem: voltooien

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈklaːrspelə(n)/
Afbrekingklaar·spe·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) speel klaar(ik) speelde klaar
(jij) speelt klaar(jij) speelde klaar
(hij) speelt klaar(hij) speelde klaar
(wij) spelen klaar(wij) speelden klaar
(jullie) spelen klaar(jullie) speelden klaar
(gij) speelt klaar(gij) speeldet klaar
(zij) spelen klaar(zij) speelden klaar
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) klaarspele(dat ik) klaarspeelde
(dat jij) klaarspele(dat jij) klaarspeelde
(dat hij) klaarspele(dat hij) klaarspeelde
(dat wij) klaarspelen(dat wij) klaarspeelden
(dat jullie) klaarspelen(dat jullie) klaarspeelden
(dat gij) klaarspelet(dat gij) klaarspeeldet
(dat zij) klaarspelen(dat zij) klaarspeelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
speel klaarspeelt klaar
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
klaarspelend, klaarspelende(hebben) klaargespeeld

Vertalingen

Deensfuldende
Engelsfinish
Esperantoelfini