Informatie over het woord elektricien (Nederlands → Esperanto: elektristo)

Synoniem: elektromonteur

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/elɛktriˈsjɛ̃/
Afbrekingelek·tri·ci·en
Geslachtmanlijk
Meervoudelektriciens

Voorbeelden van gebruik

Jij hebt die elektricien niet zien weggaan?
Is dat ook niet het geval, haal er dan een elektricien bij.
De 42‐jarige Zaharčenko, ooit elektricien in een kolenmijn, leidde de separatisten sinds augustus 2014.

Vertalingen

Catalaanselectricista
Deenselektriker
Engelselectrician
Esperantoelektristo
Papiamentselektrisista; elèktrishèn
Portugeeselectricista; electricitário
Spaanselectricista
Tagalogelektrisista