Informatie over het woord elektrisch (Nederlands → Esperanto: elektra)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/eˈlɛktris/
Afbrekingelek·trisch

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudelektrische
Onzijdig enkelvoudelektrisch
Meervoudelektrische
Bepaaldelektrische
Partitiefelektrisch

Voorbeelden van gebruik

Je moet met een elektrische auto van Nederland naar Portugal kunnen rijden.
Wanneer men in het bad zit, moet men voorzichtig zijn met elektrische apparaten.

Vertalingen

Engelselectric
Esperantoelektra