Informatie over het woord wapenrusting (Nederlands → Esperanto: armaĵo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈʋapə(n)rɵstɪŋ/
Afbrekingwa·pen·rus·ting

Voorbeelden van gebruik

Waarom heb ik een wapenrusting nodig, als we alleen maar twee kisten op gaan graven?
Zelfs als ik uitgerust en in wapenrusting was geweest, zou ik me wel tweemaal hebben bedacht voor ik naar beneden was gereden en me in de strijd had gestort.
Hij zou wel weer iets op de wapenrusting aan te merken vinden.

Vertalingen

DuitsHarnisch; Rüstung; Armierung
Engelsarmament
Esperantoarmaĵo
Portugeesarmadura
Turksarma