Informatie over het woord gakken (Nederlands → Esperanto: anserbleki)

Synoniem: snateren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɣɑkə(n)/
Afbrekinggak·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) gak(ik) gakte
(jij) gakt(jij) gakte
(hij) gakt(hij) gakte
(wij) gakken(wij) gakten
(jullie) gakken(jullie) gakten
(gij) gakt(gij) gaktet
(zij) gakken(zij) gakten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) gakke(dat ik) gakte
(dat jij) gakke(dat jij) gakte
(dat hij) gakke(dat hij) gakte
(dat wij) gakken(dat wij) gakten
(dat jullie) gakken(dat jullie) gakten
(dat gij) gakket(dat gij) gaktet
(dat zij) gakken(dat zij) gakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
gakgakt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
gakkend, gakkende(hebben) gegakt

Vertalingen

Duitsgaken
Engelsgabble
Esperantoanserbleki; gaki
Spaansgraznar