Informatie over het woord depolariseren (Nederlands → Esperanto: malpolarigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/depolariˈzerə(n)/
Afbrekingde·po·la·ri·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) depolariseer(ik) depolariseerde
(jij) depolariseert(jij) depolariseerde
(hij) depolariseert(hij) depolariseerde
(wij) depolariseren(wij) depolariseerden
(jullie) depolariseren(jullie) depolariseerden
(gij) depolariseert(gij) depolariseerdet
(zij) depolariseren(zij) depolariseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) depolarisere(dat ik) depolariseerde
(dat jij) depolarisere(dat jij) depolariseerde
(dat hij) depolarisere(dat hij) depolariseerde
(dat wij) depolariseren(dat wij) depolariseerden
(dat jullie) depolariseren(dat jullie) depolariseerden
(dat gij) depolariseret(dat gij) depolariseerdet
(dat zij) depolariseren(dat zij) depolariseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
depolariseerdepolariseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
depolariserend, depolariserende(hebben) gedepolariseerd

Vertalingen

Engelsdepolarize
Esperantomalpolarigi