Informatie over het woord verzetten (Nederlands → Esperanto: transmeti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈzɛtə(n)/
Afbrekingver·zet·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verzet(ik) verzette
(jij) verzet(jij) verzette
(hij) verzet(hij) verzette
(wij) verzetten(wij) verzetten
(jullie) verzetten(jullie) verzetten
(gij) verzet(gij) verzettet
(zij) verzetten(zij) verzetten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verzette(dat ik) verzette
(dat jij) verzette(dat jij) verzette
(dat hij) verzette(dat hij) verzette
(dat wij) verzetten(dat wij) verzetten
(dat jullie) verzetten(dat jullie) verzetten
(dat gij) verzettet(dat gij) verzettet
(dat zij) verzetten(dat zij) verzetten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verzetverzet
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verzettend, verzettende(hebben) verzet

Voorbeelden van gebruik

Hij keek nog even verder de straat in of ze de auto soms verzet hadden, maar bedacht gelijk dat het onmogelijk was omdat hij de handrem vast had aangetrokken.

Vertalingen

Duitsversetzen
Engelstranspose
Esperantotransmeti