Informatie over het woord permitteren (Nederlands → Esperanto: permesi)

Synoniemen: gedogen, toelaten, toestaan, vergunnen, veroorloven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/pɛrmɪˈterə(n)//
Afbrekingper·mit·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) permitteer(ik) permitteerde
(jij) permitteert(jij) permitteerde
(hij) permitteert(hij) permitteerde
(wij) permitteren(wij) permitteerden
(jullie) permitteren(jullie) permitteerden
(gij) permitteert(gij) permitteerdet
(zij) permitteren(zij) permitteerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) permittere(dat ik) permitteerde
(dat jij) permittere(dat jij) permitteerde
(dat hij) permittere(dat hij) permitteerde
(dat wij) permitteren(dat wij) permitteerden
(dat jullie) permitteren(dat jullie) permitteerden
(dat gij) permitteret(dat gij) permitteerdet
(dat zij) permitteren(dat zij) permitteerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
permitteerpermitteert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
permitterend, permitterende(hebben) gepermitteerd

Voorbeelden van gebruik

Permitteert u dat ik u één kleine vraag stel?
Is het gepermitteerd?

Vertalingen

Albaneeslejoj
Catalaanspermetre
Deenstillade
Duitserlauben; gestatten; zulassen
Engelspermit
Esperantopermesi
Faeröersloyva
Finssallia
Franspermettre
Italiaanspermettere
Latijnpermittere
Maleismemperbolehkan; perbolehkan
Nederduitstostån
Papiamentspermití
Poolspozwalać
Portugeesaquiescer; consentir; permitir
Roemeensîngădui; permite
Saterfriesärlaubje; ferlööwje; touläite
Schots-Gaelischleig
Spaanspermitir
Thaisยอม
Tsjechischdopustit; dovolit
Turksizin vermek; müsaade etmek