Informatie over het woord recyclen (Nederlands → Esperanto: reuzi)

Synoniemen: hergebruiken, recycleren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/riˈsajklə(n)/
Afbrekingre·cy·clen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) recycle(ik) recyclede
(jij) recyclet(jij) recyclede
(hij) recyclet(hij) recyclede
(wij) recyclen(wij) recycleden
(jullie) recyclen(jullie) recycleden
(gij) recyclet(gij) recycledet
(zij) recyclen(zij) recycleden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) recycle(dat ik) recyclede
(dat jij) recycle(dat jij) recyclede
(dat hij) recycle(dat hij) recyclede
(dat wij) recyclen(dat wij) recycleden
(dat jullie) recyclen(dat jullie) recycleden
(dat gij) recyclet(dat gij) recycledet
(dat zij) recyclen(dat zij) recycleden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
recyclerecyclet
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
recyclend, recyclende(hebben) gerycycled

Voorbeelden van gebruik

Slechts twee procent van het afval in Kampala wordt gerecycled.

Vertalingen

Engelsrecycle
Esperantoreuzi
Nederduitsrecyclen
Portugeesusar de novo