Synoniemen: ten uitvoer leggen, ten uitvoer brengen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ɛksekyˈterə(n)/, /ɛksəkyˈterə(n)/ |
---|
Afbreking | exe·cu·te·ren |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) executeer | (ik) executeerde |
(jij) executeert | (jij) executeerde |
(hij) executeert | (hij) executeerde |
(wij) executeren | (wij) executeerden |
(jullie) executeren | (jullie) executeerden |
(gij) executeert | (gij) executeerdet |
(zij) executeren | (zij) executeerden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) executere | (dat ik) executeerde |
(dat jij) executere | (dat jij) executeerde |
(dat hij) executere | (dat hij) executeerde |
(dat wij) executeren | (dat wij) executeerden |
(dat jullie) executeren | (dat jullie) executeerden |
(dat gij) executeret | (dat gij) executeerdet |
(dat zij) executeren | (dat zij) executeerden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
executeer | executeert |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
executerend, executerende | (hebben) geëxecuteerd |