Informatie over het woord patrijspoort (Nederlands → Esperanto: bovokulo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/paˈtrɛi̯spoːrt/
Afbrekingpa·trijs·poort
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudpatrijspoort

Voorbeelden van gebruik

Door een patrijspoort in het dak van de kajuit zag Arflane de mannen het want in klimmen.
Reith keek door de patrijspoort maar zag niets dan duisternis.
Bob zat geknield voor een der patrijspoorten en hielde beide andere schepen in de gaten.

Vertalingen

DuitsBullauge
Engelsporthole
Esperantobovokulo
Portugeesclara‐bóia; janela redonda