Synoniem: louteren
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /ɑfiˈneːrə(n)/ |
Afbreking | af·fi·ne·ren |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) affineer | (ik) affineerde |
(jij) affineert | (jij) affineerde |
(hij) affineert | (hij) affineerde |
(wij) affineren | (wij) affineerden |
(jullie) affineren | (jullie) affineerden |
(gij) affineert | (gij) affineerdet |
(zij) affineren | (zij) affineerden |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) affinere | (dat ik) affineerde |
(dat jij) affinere | (dat jij) affineerde |
(dat hij) affinere | (dat hij) affineerde |
(dat wij) affineren | (dat wij) affineerden |
(dat jullie) affineren | (dat jullie) affineerden |
(dat gij) affineret | (dat gij) affineerdet |
(dat zij) affineren | (dat zij) affineerden |
Gebiedende wijs | |
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
affineer | affineert |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
affinerend, affinerende | (hebben) geaffineerd |
Engels | purify |
---|---|
Esperanto | afinacii |
Portugees | purificar |