Informatie over het woord habitat (Nederlands → Esperanto: habitato)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɦabitɑt/
Afbrekingha·bi·tat
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudhabitatten, habitats

Voorbeelden van gebruik

Kikkers hebben een vrijwel wereldwijde verspreiding en leven in uiteenlopende habitats.
De sloten vormden een prima vervangende habitat voor de grote moderkruiper.

Vertalingen

DuitsHabitat
Engelshabitat
Esperantohabitato
Papiamentshabitat