Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|---|
Uitspraak | /staliˈnɪstis/ |
Afbreking | sta·li·nis·tisch |
Stellende trap | stalinistisch |
---|---|
Vergrotende trap | stalinistischer |
Overtreffende trap | meest stalinistisch |
Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Predicatief | stalinistisch | stalinistischer | (het) meest stalinistisch, (het) meest stalinistische | |||
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | stalinistische | stalinistischere | meest stalinistische | |
Onzijdig enkelvoud | stalinistisch | stalinistischer | meest stalinistisch | |||
Meervoud | stalinistische | stalinistischere | meest stalinistische | |||
Bepaald | stalinistische | stalinistischere | meest stalinistische | |||
Partitief | stalinistisch | stalinistischers |
Engels | Stalinist |
---|---|
Esperanto | stalinisma |