Informatie over het woord jouw (Nederlands → Esperanto: <via¹, singulara>)

Synoniem: dijn

Woordsoortbezittelijke determinator
Uitspraak/jɑu̯̯/
Afbrekingjouw

Verbuiging

 ManlijkVrouwelijkOnzijdigMeervoud
Nominatiefjouwjouw, jouwejouwjouw, jouwe
Genitiefjouwesjouwerjouwesjouwer
Datiefjouw, jouwenjouw, jouwerjouw, jouwenjouw, jouwen
Accusatiefjouw, jouwenjouw, jouwejouwjouw, jouwe

Voorbeelden van gebruik

Jouw dwaasheid gaat nu van mond tot mond.
Wat was jouw rol in dit alles?
Tienmaal deze nacht hadden wij jouw raad kunnen gebruiken, maar jij was nergens te vinden.
Ik denk dat het jouw eerste daad als koning zal moeten zijn.
En wat was dan jouw antwoord?
Ik kan mijn tijd niet langer met jouw onzin verdoen.

Vertalingen

Afrikaansjou
Albaneesjote
Catalaansteu; teva; vostra; vostre
Deensdin
Duitsdein; deinig; eurige
Esperanto<via¹, singulara>
Fransta; ton
Grieksσας; σου
Italiaanstuo; vostro
Jamaicaans Creoolsyu
Jiddischדײַן
Papiamentsbo
Poolstwój; wasz
Portugeesseu; teu; vosso
Russischтвой
Saterfriesdien; din; jou
Schots-Gaelischbhur; do
Spaanstu
Srananyu
Swahili‐ake; ‐ako
Thaisของคุณ; ของท่าน; ของเธอ
Turkssenin; sizin
Westerlauwers Friesdyn; jyns
Zweedsdin