Informatie over het woord paprika (Nederlands → Esperanto: dolĉa kapsiko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈpaprika/
Afbrekingpa·pri·ka

Voorbeelden van gebruik

Voeg de wortel en paprika toe en stoof circa 5 minuten mee.

Vertalingen

Deenspaprika
DuitsPaprika
Engelspaprika; sweet pepper; pepper
Esperantodolĉa kapsiko
Franspaprika
Papiamentspromèntòn; promenton
Poolspapryka
Portugeespáprica
SaterfriesPaprikoa
Spaanspimentón
Thaisพริกหวาน
Tsjechischpaprika