Informatie over het woord ironisch (Nederlands → Esperanto: ironia)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/iˈronis/
Afbrekingiro·nisch

Trappen van vergelijking

Stellende trapironisch
Vergrotende trapironischer
Overtreffende trapmeest ironisch

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefironischironischer(het) meest ironisch, (het) meest ironische
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudironischeironischeremeest ironische
Onzijdig enkelvoudironischironischermeest ironisch
Meervoudironischeironischeremeest ironische
Bepaaldironischeironischeremeest ironische
Partitiefironischironischers 

Voorbeelden van gebruik

Ze maakte een ironische buiging voor Raymond, maar die bleef ernstig.

Vertalingen

Deensironisk
Duitsironisch; spöttisch; spöttelnd
Engelsironic; wry
Esperantoironia
Portugeesirónico
Westerlauwers Friesiroanysk