Informatie over het woord baljuw (Nederlands → Esperanto: vokto)

Synoniemen: drost, opziener, schout, surveillant

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbaljyʋ/
Afbrekingbal·juw
Geslachtmanlijk
Meervoudbaljuws

Voorbeelden van gebruik

De vier rakkers van de baljuw stonden er nog altijd, kaarsrecht en onbewegelijk als vier geschilderde figuren.

Vertalingen

Engelstaskmaster; overseer
Esperantovokto
Faeröersfúti
Fransbailli
Portugeesalcaide; bailio; intendente; zelador