Waarlijk, gij zijt Gods zoon!
En God zag altijd alles, groot en streng als een agent.
Reis morgen met God.
Dat deden ongeveer alle Algerijnen, zodat je kunt zeggen dat deze zelfbenoemde beulen van God zowat het hele land ter dood hadden veroordeeld.
Maakt dat een arme sloeber, die woont in een schamele hut met een lelijke vrouw, niet ontevreden, ja, zal hij niet zelfs aan Gods rechtvaardigheid gaan twijfelen?
God zij zijn ziel genadig.
En God zag, dat het goed was.
Ik heb gezondigd tegenover God en tegenover u.
We baseren ons op nauwkeurig onderzoek van Gods woord.