Informatie over het woord climax (Nederlands → Esperanto: klimakso)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈklimɑks/
Afbrekingcli·max
Geslachtmanlijk

Voorbeelden van gebruik

Stephens had de climax van zijn aanval bereikt en hij zag dat Peeley zenuwachtig begon te worden.
Dit konijn vormde den climax van het eerste hoofdstuk van Barees opvoeding.

Vertalingen

DuitsKlimax; Höhepunkt
Engelsclimax
Esperantoklimakso
Franscomble
Spaansclimax