Informatie over het woord ongevaccineerd (Nederlands → Esperanto: nevakcinita)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ɔŋɣəvɑksiˈneːrt/
Afbrekingon·ge·vac·ci·neerd

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudongevaccineerde
Onzijdig enkelvoudongevaccineerd
Meervoudongevaccineerde
Bepaaldongevaccineerde
Partitiefongevaccineerds

Voorbeelden van gebruik

De gezondheidsminister van de deelstaat, Karl‐Josef Laumann zegt tegen de krant dat driekwart van de besmette mensen ongevaccineerd is.

Vertalingen

Engelsunvaccinated
Esperantonevakcinita