Informatie over het woord gemaskerd (Nederlands → Esperanto: maskita)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ɣəˈmɑskərt/
Afbrekingge·mas·kerd

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudgemaskerde
Onzijdig enkelvoudgemaskerd
Meervoudgemaskerde
Bepaaldgemaskerde
Partitiefgemaskerds

Voorbeelden van gebruik

Nu hadden alle gemaskerde mannen zich in de ruimte verzameld.
Maar er was geen spoor van de gemaskerde man te ontdekken.
De leden zijn gemaskerd en zij kennen elkanders namen niet.

Vertalingen

Engelsmasked
Esperantomaskita