Informatie over het woord dansmuziek (Nederlands → Esperanto: dancmuziko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈdɑnsmyzik/
Afbrekingdans·mu·ziek
Geslachtvrouwelijk

Voorbeelden van gebruik

Een Nederlands trio maakte dansmuziek en op de verlichte dansvloer bewogen zich enkele paren.
Er klonk zacht dansmuziek, ergens in de richting waar de grote salon moest zijn.

Vertalingen

DuitsTanzmusik
Engelsdance music
Esperantodancmuziko