Ynformaasje oer it wurd gepast (Nederlânsk → Esperanto: konvena)

Synonimen: betamelijk, conveniënt, geschikt, passend, toepasselijk, oorbaar

Wurdsoarteeigenskipswurd
Utspraak/ɣəˈpɑst/
Ofbrekingge·past

Treppen fan fergeliking

Stellende trepgepast
Fergrutsjende trepgepaster
Teboppegeande trepmeest gepast

Bûging

 Stellende trepFergrutsjende trepTeboppegeande trep
Predikatyfgepastgepaster(het) meest gepast, (het) meest gepaste
AttributyfUnbepaaldManlik en froulik ientalgepastegepasteremeest gepaste
Unsidich ientalgepastgepastermeest gepast
Meartalgepastegepasteremeest gepaste
Bepaaldgepastegepasteremeest gepaste
Partityfgepastsgepasters 

Foarbylden fan gebrûk

Men moet dat soort lieden soms met een gepast woord op zijn plaats zetten.
Maar het is gepast dat iedereen weet welk nieuws ik zojuist ontvangen heb.

Oarsettingen

Albaneeskadapt
Dútskangemessen; füglich; geeignet; zeitgemäß; angebracht; passend; schicklich; zusagend
Esperantokonvena
Frânskconvenable; raisonnable
Ingelskbecoming; seemly; suitable; expedient; proper; meet; befitting
Italjaanskconveniente
Katalaanskconvenient
Portegeeskadequado; apropriado; conveniente
Sealterfryskanniemboar; wät sik föiget; wät sik heert
Spaanskconveniente