Ynformaasje oer it wurd aanboren (Nederlânsk → Esperanto: boratingi)

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈamboːrə(n)/
Ofbrekingaan·bo·ren

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) boor aan(ik) boorde aan
(jij) boort aan(jij) boorde aan
(hij) boort aan(hij) boorde aan
(wij) boren aan(wij) boorden aan
(jullie) boren aan(jullie) boorden aan
(gij) boort aan(gij) boordet aan
(zij) boren aan(zij) boorden aan
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) aanbore(dat ik) aanboorde
(dat jij) aanbore(dat jij) aanboorde
(dat hij) aanbore(dat hij) aanboorde
(dat wij) aanboren(dat wij) aanboorden
(dat jullie) aanboren(dat jullie) aanboorden
(dat gij) aanboret(dat gij) aanboordet
(dat zij) aanboren(dat zij) aanboorden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
boor aanboort aan
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
aanborend, aanborende(hebben) aangeboord

Oarsettingen

Esperantoboratingi
Frânskforer; rencontrer; toucher
Ingelskbore; broach; sink; strike; tap