Ynformaasje oer it wurd vigeren (Nederlânsk → Esperanto: validi)

Synonimen: gelden, geldig zijn, valideren, van toepassing zijn

Wurdsoartetiidwurd

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) vigeer(ik) vigeerde
(jij) vigeert(jij) vigeerde
(hij) vigeert(hij) vigeerde
(wij) vigeren(wij) vigeerden
(jullie) vigeren(jullie) vigeerden
(gij) vigeert(gij) vigeerdet
(zij) vigeren(zij) vigeerden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) vigere(dat ik) vigeerde
(dat jij) vigere(dat jij) vigeerde
(dat hij) vigere(dat hij) vigeerde
(dat wij) vigeren(dat wij) vigeerden
(dat jullie) vigeren(dat jullie) vigeerden
(dat gij) vigeret(dat gij) vigeerdet
(dat zij) vigeren(dat zij) vigeerden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
vigeervigeert
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
vigerend, vigerende(hebben) gevigeerd

Oarsettingen

Dútskgelten; gültig sein; bestätigen
Esperantovalidi; valori
Fereuerskhava gildi
Fryskjilde
Ingelskbe valid; count; apply; run
Lúksemboarchskapplicabel sinn
Nederdútskvan topassing weasen
Portegeeskestar em vigor; ser válido; ter valor; valer
Sealterfryskjäilde