Ynformaasje oer it wurd overschrijden (Nederlânsk → Esperanto: transpaŝi)

Synonimen: heenstappen over, te boven gaan

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ovərˈsxrɛi̯də(n)/
Ofbrekingover·schrij·den

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) overschrijd(ik) overschreed
(jij) overschrijdt(jij) overschreed
(hij) overschrijdt(hij) overschreed
(wij) overschrijden(wij) overschreden
(jullie) overschrijden(jullie) overschreden
(gij) overschrijdt(gij) overschreedt
(zij) overschrijden(zij) overschreden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) overschrijde(dat ik) overschrede
(dat jij) overschrijde(dat jij) overschrede
(dat hij) overschrijde(dat hij) overschrede
(dat wij) overschrijden(dat wij) overschreden
(dat jullie) overschrijden(dat jullie) overschreden
(dat gij) overschrijdet(dat gij) overschredet
(dat zij) overschrijden(dat zij) overschreden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
overschrijdoverschrijdt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
overschrijdend, overschrijdende(hebben) overschreden

Foarbylden fan gebrûk

Enkele uren nadat zijn tanks de grens met Koeweit hadden overschreden, vroeg de Saoedische regering al aan de Amerikanen troepen te sturen om het land te beschermen.
Zij overschreden de Steenbogenbrug, die was gebouwd in de dagen van het bewind van het noordelijke koninkrijk, en namen al het land daarachter tussen de rivier en de Verre Duinen als woongebied in bezit.
Tegen het einde van de 17e eeuw zou de bevolking zelfs de 200.000 overschrijden.
Een ieder die de drempel ervan overschreed, voelde zich meteen van alle mensen verlaten.

Oarsettingen

Afrikaanskoorskry
Esperantotranspaŝi; superpaŝi
Ingelskstep across; cross; exceed; overstep