Ynformaasje oer it wurd overrompelen (Nederlânsk → Esperanto: surprizataki)

Synonym: overvallen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ovəˈrɔmpələ(n)/
Ofbrekingover·rom·pe·len

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) overrompel(ik) overrompelde
(jij) overrompelt(jij) overrompelde
(hij) overrompelt(hij) overrompelde
(wij) overrompelen(wij) overrompelden
(jullie) overrompelen(jullie) overrompelden
(gij) overrompelt(gij) overrompeldet
(zij) overrompelen(zij) overrompelden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) overrompele(dat ik) overrompelde
(dat jij) overrompele(dat jij) overrompelde
(dat hij) overrompele(dat hij) overrompelde
(dat wij) overrompelen(dat wij) overrompelden
(dat jullie) overrompelen(dat jullie) overrompelden
(dat gij) overrompelet(dat gij) overrompeldet
(dat zij) overrompelen(dat zij) overrompelden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
overrompeloverrompelt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
overrompelend, overrompelende(hebben) overrompeld

Foarbylden fan gebrûk

Wij waren volkomen door hen overrompeld.

Oarsettingen

Dútsküberrumpeln
Esperantosurprizataki
Fryskoerfalle