Ynformaasje oer it wurd verzamelen (Nederlânsk → Esperanto: arigi)

Synonimen: groeperen, ophopen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/vərˈzamələ(n)/
Ofbrekingver·za·me·len

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) verzamel(ik) verzamelde
(jij) verzamelt(jij) verzamelde
(hij) verzamelt(hij) verzamelde
(wij) verzamelen(wij) verzamelden
(jullie) verzamelen(jullie) verzamelden
(gij) verzamelt(gij) verzameldet
(zij) verzamelen(zij) verzamelden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) verzamele(dat ik) verzamelde
(dat jij) verzamele(dat jij) verzamelde
(dat hij) verzamele(dat hij) verzamelde
(dat wij) verzamelen(dat wij) verzamelden
(dat jullie) verzamelen(dat jullie) verzamelden
(dat gij) verzamelet(dat gij) verzameldet
(dat zij) verzamelen(dat zij) verzamelden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
verzamelverzamelt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
verzamelend, verzamelende(hebben) verzameld

Foarbylden fan gebrûk

Het wordt tijd al onze mannen te verzamelen en het zullen er nog te weinig zijn als wij het kasteel van Reginald Front‐de‐Boeuf moeten bestormen.

Oarsettingen

Dútskscharen; zusammenscharen; gruppieren; zusammenfassen
Esperantoarigi
Frânskgrouper; rassembler
Ingelskassemble
Nederdútskgrupperen
Papiamintskagrupá
Poalskgromadzić; grupować
Portegeeskagremiar