Ynformaasje oer it wurd opgeven (Nederlânsk → Esperanto: rezigni)

Synonimen: afstand doen van, uitvallen, afzien van

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈɔpxevə(n)/
Ofbrekingop·ge·ven

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) geef op(ik) gaf op
(jij) geeft op(jij) gaf op
(hij) geeft op(hij) gaf op
(wij) geven op(wij) gaven op
(jullie) geven op(jullie) gaven op
(gij) geeft op(gij) gaaft op
(zij) geven op(zij) gaven op
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) opgeve(dat ik) opgave
(dat jij) opgeve(dat jij) opgave
(dat hij) opgeve(dat hij) opgave
(dat wij) opgeven(dat wij) opgaven
(dat jullie) opgeven(dat jullie) opgaven
(dat gij) opgevet(dat gij) opgavet
(dat zij) opgeven(dat zij) opgaven
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
geef opgeeft op
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
opgevend, opgevende(hebben) opgegeven

Foarbylden fan gebrûk

Er liepen geruchten dat de expeditie zou worden opgegeven, omdat het waarschijnlijk was dat zij zich midden in het gebied van de Seneca’s zou bevinden wanneer het winter werd.
Amro gaf zijn pogingen om in slaap te vallen op.

Oarsettingen

Afrikaanskopgee
Dútskentsagen; verzichten
Esperantorezigni
Fereuersklata sær lynda
Finskalistua
Frânskabandonner; renoncer; résigner
Hongaarsklemond
Ingelskgive up; renounce; forgo
Jamaikaansk Kreoolskgi op
Katalaanskrenunciar a
Portegeeskabrir mão de; renunciar; resignar
Sealterfryskapreeke; et uurreeke; fersichtje; toureeke
Spaanskdesistir; renunciar
Taiskอด
Tsjechyskvzdát se; zříci se
Turkskçökmek