Ynformaasje oer it wurd bevoorraden (Nederlânsk → Esperanto: provizi)

Synonimen: provianderen, spekken, stijven, voorzien van

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/bəˈvoːradə(n)/
Ofbrekingbe·voor·ra·den

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) bevoorraad(ik) bevoorraadde
(jij) bevoorraadt(jij) bevoorraadde
(hij) bevoorraadt(hij) bevoorraadde
(wij) bevoorraden(wij) bevoorraadden
(jullie) bevoorraden(jullie) bevoorraadden
(gij) bevoorraadt(gij) bevoorraaddet
(zij) bevoorraden(zij) bevoorraadden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) bevoorrade(dat ik) bevoorraadde
(dat jij) bevoorrade(dat jij) bevoorraadde
(dat hij) bevoorrade(dat hij) bevoorraadde
(dat wij) bevoorraden(dat wij) bevoorraadden
(dat jullie) bevoorraden(dat jullie) bevoorraadden
(dat gij) bevoorradet(dat gij) bevoorraaddet
(dat zij) bevoorraden(dat zij) bevoorraadden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
bevoorraadbevoorraadt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
bevoorradend, bevoorradende(hebben) bevoorraad

Foarbylden fan gebrûk

Volgens de Russische generaal Sergej Surovikin was het niet langer mogelijk om de stad te bevoorraden.

Oarsettingen

Dútskanschaffen; ausstatten; versehen; versorgen
Esperantoprovizi
Fereuerskbúgva út; gera út
Frânskmunir; pourvoir
Ingelsksupply
Katalaanskfornir; proveir
Portegeeskabastecer; prover; suprir
Sealterfryskanschafje; anskafje; besuurgje; ferschafje; ferskafje
Spaanskabastecer; proveer