Ynformaasje oer it wurd vertonen (Nederlânsk → Esperanto: prezenti)

Synonimen: aanbieden, voorschotelen, bieden, doen, indienen, optreden, presenteren, spelen, voorstellen, voorzetten, brengen, inbrengen, offreren

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/vərˈtonə(n)/
Ofbrekingvertonen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) vertoon(ik) vertoonde
(jij) vertoont(jij) vertoonde
(hij) vertoont(hij) vertoonde
(wij) vertonen(wij) vertoonden
(jullie) vertonen(jullie) vertoonden
(gij) vertoont(gij) vertoondet
(zij) vertonen(zij) vertoonden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) vertone(dat ik) vertoonde
(dat jij) vertone(dat jij) vertoonde
(dat hij) vertone(dat hij) vertoonde
(dat wij) vertonen(dat wij) vertoonden
(dat jullie) vertonen(dat jullie) vertoonden
(dat gij) vertonet(dat gij) vertoondet
(dat zij) vertonen(dat zij) vertoonden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
vertoonvertoont
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
vertonend, vertonende(hebben) vertoond

Oarsettingen

Afrikaanskoptree
Deenskforestille; præsentere; servere; udføre
Dútskaufführen; bieten; anbieten; darstellen; vorstellen; präsentieren; sich bieten
Esperantoprezenti
Fereuerskbera fram; kunna; nevna; vísa
Finskesittää
Frânskoffrir; présenter
Fryskoanbiede; ôfbyldzje; biede; bringe; dwaan
Ingelskperform; present
Yslânskkynna
Italjaanskpresentare
Katalaanskpresentar
Nederdútskpresenteren; vöärstellen
Noarskpresentere
Papiamintskpresentá
Poalskprzedstawiać
Portegeeskapresentar; oferecer
Roemeenskintroduce; prezenta
Sealterfryskanbjoode; apfiere; bjoode; deerstaale; foarstaale
Spaanskpresentar; representar; retratar
Sweedskpresentera
Taiskถวาย; แนะนำ; ยื่น